Als een beveiliging niet gebruikt wordt bij aanwezigheid van mensen of (huis)dieren dan kan overwogen worden ruimtelijke beveiliging toe te passen. Een groot nadeel is dat de inbreker pas gesignaleerd wordt als hij zich al in het beveiligde object bevindt. De inbreker heeft de mogelijkheid om snel wat mee te nemen . Vaak wordt ruimtelijke beveiliging ingezet in combinatie met omtrekbeveiliging om mensen die zich ingesloten hebben te detecteren.
Met een enkele detector kan al een behoorlijke ruimte bewaakt worden. Er zijn drie typen detectoren die over het algemeen worden gebruikt.
Passief infrarood detector
Deze detector registreert de beweging van een warmtebron (bijvoorbeeld een mens) en zal hierop een alarmmelding geven. Er zijn vele vormen van passief infrarood detectoren waarbij de verschillen zich uitten in het oppervlakte die de detector kan bewaken, de lokatie waar de detector geplaatst kan worden (plafond of op de muur) en de vorm van het detektiegebied.
Dubbeldetector
Een dubbeldetector is zoals de naam al doet vermoeden voorzien van twee detectoren. Beide detectoren zijn gebaseerd op beweging. De eerste detector is de passief infrarood detector zoals hierboven beschreven. Deze reageert dus op beweging van warmte. Daarnaast is de dubbeldetector voorzien van een radar. Deze detecteert de beweging van een object. Met dit type detector kunnen ‘moeilijke’ ruimtes beveiligd worden. In een ruimte met een sterke warmtebron (bijv. een vlam) zal de infrarooddetector een alarm signaal kunnen geven. Omdat het radar hier geen alarm op geeft dat de dubbeldetector niet in alarm gaan.